1 Koningen 2:15

SVHij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israel zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den HEERE hem geworden.
WLCוַיֹּ֗אמֶר אַ֤תְּ יָדַ֙עַתְּ֙ כִּי־לִי֙ הָיְתָ֣ה הַמְּלוּכָ֔ה וְעָלַ֞י שָׂ֧מוּ כָֽל־יִשְׂרָאֵ֛ל פְּנֵיהֶ֖ם לִמְלֹ֑ךְ וַתִּסֹּ֤ב הַמְּלוּכָה֙ וַתְּהִ֣י לְאָחִ֔י כִּ֥י מֵיְהוָ֖ה הָ֥יְתָה לֹּֽו׃
Trans.wayyō’mer ’atə yāḏa‘atə kî-lî hāyəṯâ hamməlûḵâ wə‘ālay śāmû ḵāl-yiśərā’ēl pənêhem liməlōḵə watissōḇ hamməlûḵâ watəhî lə’āḥî kî mêJHWH hāyəṯâ llwō:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat
1 Kronieken 22:9, 1 Kronieken 28:5

Aantekeningen

Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israël zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den HEERE hem geworden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

Hij zeide

אַ֤תְּ

-

יָדַ֙עַתְּ֙

weet

כִּי־

dat

לִ

-

י֙

-

הָיְתָ֣ה

mijn was

הַ

-

מְּלוּכָ֔ה

het koninkrijk

וְ

-

עָלַ֞י

op

שָׂ֧מוּ

mij gezet had

כָֽל־

en het ganse

יִשְׂרָאֵ֛ל

Israël

פְּנֵיהֶ֖ם

zijn aangezicht

לִ

-

מְלֹ֑ךְ

dat ik koning zijn zou

וַ

-

תִּסֹּ֤ב

omgewend

הַ

-

מְּלוּכָה֙

hoewel het koninkrijk

וַ

-

תְּהִ֣י

geworden is

לְ

-

אָחִ֔י

en mijns broeders

כִּ֥י

want

מֵ

-

יְהוָ֖ה

den HEERE

הָ֥יְתָה

hem geworden

לּֽוֹ

-


Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israel zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den HEERE hem geworden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!